woensdag 18 juli 2007

zee hond





De zware grijze zeehonden zijn met hun lengte tot 3,5 meter, hun gewicht tot 315 kilo en hun dikke speklaag perfect toegerust om te overleven in ijskoud water waarin een mens al binnen een paar seconden zou bevriezen.
Met hun grote ogen en zachte vel bieden grijze zeehonden een mooi plaatje langs eenzame kusten. De grijze zeehond onderscheidt zich van de gewone zeehond door zijn 'Romeinse' neus. Dankzij zijn gestroomlijnde lichaam en de krachtige zwempoten is hij een uitstekende zwemmer.
Voedsel en jachtgewoontenZeehonden spelen wat hun voedingsgewoonten betreft in op het aanbod van vis in hun leefomgeving. Dankzij hun grote ogen met het relatief platte hoornvlies kunnen ze zelfs in troebel water goed zien. Hun gehoor en reukzin zijn voor de jacht echter veel belangrijker, en zelfs blinde zeehonden kunnen moeiteloos voldoende voedsel vinden.Zeehonden hebben geen uitwendige oren, maar wel een uiterst gevoelig inwendig gehoor dat hen bij het vangen van vis helpt. Het oorgat kan bij het duiken gesloten worden, zodat er geen water binnenkomt. Waarschijnlijk gebruiken ze bij het jagen een zelfde soort echo-peilingssysteem als dolfijnen.De uiterst gevoelige bek en de baardharen bemerken elke beweging in het water die de vluchtende prooidieren maken, als de zeehond ze achtervolgt.Zodra hij een vis ontdekt, zet de zeehond de achtervolging in en vangt zijn buit door behendigheid en snelheid. Aangezien het bloed van een zeehond een hoog gehalte aan haemoglobine bevat (de rode kleurstof die de zuurstof in het lichaam verdeelt), kan het dier tot 20 minuten ononderbroken onder water blijven.VoortplantingDe paartijd van grijze zeehonden ligt tussen september en december. De vrouwtjes komen voor de geboorte aan land. Aangezien de paring korte tijd na het werpen van de jongen plaatsvindt, zijn er rond de tijd van de geboorte ook bullen in de buurt die alvast een territorium afzetten.Het vrouwtje baart een jong dat 14 tot 17 dagen gezoogd wordt. De stranden zijn in de regel overvol met zeehonden, zodat de moeder haar jong tegen dood drukken moet beschermen. De zeehonden baby's komen ter wereld met een beigewit vel dat na drie weken geleidelijk aan vervangen wordt door een grijs jeugdkleed. Ongeveer in die periode is de moeder weer bronstig en verliest ze haar belangstelling voor het jong.
Oudere, ervaren bullen beheersen de stranden en weten de meeste vrouwtjes te veroveren. Zeehonden kennen geen paarvorming; de bullen paren achter elkaar met de vrouwtjes op hun strandgedeelte.
Na de paring verlaat het vrouwtje het 'huwelijksstrand' om op zoek te gaan naar voedsel. De jongen worden achtergelaten en moeten voor zichzelf zorgen. De honger drijft hen uiteindelijk ook de zee in.De zeehond en de mensZeehonden worden door mensen al duizenden jaren bejaagd. Hun vel werd gebruikt voor kleding, hun vet voor lampolie. Voor dorpen aan de kust was hun vlees het hoofdbestanddeel van de voeding.Het doodslaan van jonge zeehonden om witte of beige pelsen voor de mode-industrie te verkrijgen, is een recentere bedreiging voor de zeehonden. Dankzij acties van natuurbeschermers, heeft zeehondenbont echter veel van zijn aantrekkelijkheid verloren.Toch worden grijze zeehonden niet overal met veel enthousiasme begroet. Vissers beklagen zich erover dat ze enorme hoeveelheden zalm en kabeljauw verschalken, maar wetenschappers spreken dit tegen. Volgens hun onderzoekingen vormen grijze zeehonden geen serieuze bedreiging voor deze visbestanden.In 1988 werden een aantal grijze zeehonden ziek door het virus dat ook andere zeehonden in grote aantallen had geveld.VeldwaarnemingenGrijze zeehonden brengen het grootste deel van hun leven door met het jagen op zee, waar men de dieren slechts af en toe met de kop boven water ziet komen. Aan land, waar ze uitrusten of hun vacht laten drogen, leven ze in groepen. Zeehonden gaan ook aan land om te paren en de jongen groot te brengen.
De meeste grijze zeehonden kiezen als rustplaats vaak rotsige eilandjes uit. Ze zijn slechts vanuit een boot te bekijken. Soms ziet men ze ook wel op zandstranden. Grijze zeehonden zijn bijzonder talrijk in het noordelijk deel van Schotland, op de Shetland Eilanden, de Hebriden en de Faeroer. Ze zijn van de gewone zeehond te onderscheiden door hun 'Romeinse' neus.In Midden-Europa ziet men deze zeehonden wel aan de Oostzeekust in het oostelijk deel van Duitsland en Polen.
Korte feitjes· De Latijnse naam voor grijze zeehond is afgeleid van het Grieks, en betekent zo veel als 'klein zeezwijn".· Keltische legenden vertellen van een soort zeemeerminnen met een zeehondenstaart die luid huilend om hun kinderen treuren, of proberen om mannen te verleiden en in het verderf te storten.· Wetenschappers kunnen de leeftijd van een dode zeehond schatten door het aantal ringen aan de wortel van hun hoektanden te tellen, net zoals men de ouderdom van een boom kan bepalen door de ringen in de stam te tellen.· Grijze zeehonden lijken nogal eens te 'huilen' omdat ze in tegenstelling tot de mens geen traanklieren hebben die de vochtigheid van hun ogen controleren.
- - -
AFMETINGENLengte: bul tot 3,5 m, vrouwtje tot 2,5 m Gewicht: bul tot 315 kg, vrouwtje tot 200 kg VOORTPLANTINGGeslachtsrijp: bul met 6-10 jaar, vrouwtje met 5-6 jaar Paartijd: tussen september en maart, afhankelijk van de geografische verspreiding Draagtijd: 1 jaar Aantal jongen: 1 LEEFWIJZEGedrag: solitaire jager in zee, leeft op het land in groepen Geluid: diep gehuil Voedsel: vissen en enige soorten ongewervelde dieren Levensverwachting: meer dan 40 jaar VERWANTE SOORTENHij komt in drie gescheiden populaties voor: in het noordwesten van de Atlantische Oceaan, in het Oostzeegebied en aan de Atlantische kust van West- en Noord-Europa.


Verspreiding van de grijze zeehond VERSPREIDINGZuid-Groenland, oostkust van Canada, Britse eilanden, Oostzeekust en langs Noord-Europa. SOORTBESCHERMINGHet totale Europese bestand werd in 1982 op 45.000 exemplaren geschat. De zeehondenjacht werd verboden tijdens een virusbesmetting waaraan duizenden zeehonden in 1988 ten prooi vielen. De grijze zeehond valt nu in de meeste landen van Europa onder de beschermde soorten.

olifanten






Lange tanden
De slagtanden zijn de trots van de olifant. Niet alle olifanten hebben trouwens slagtanden. Bij de vrouwtjes van de Aziatische olifant zijn de slagtanden zo klein dat je ze nauwelijks kunt zien. Maar bij de Afrikaanse olifant hebben vrijwel alle dieren slagtanden. Hoe ouder ze zijn hoe groter. De tanden groeien namelijk altijd maar door. Ongeveer 17 centimeter per jaar. Dat is tien meter in een olifantenleven. Olifanten met tanden van tien meter zul je echter nooit zien. De tanden worden gebruikt om te graven, schors van boomstammen los te wrikken en andere klussen.


Olifantengebaren
Behalve met hun stem geven olifanten boodschappen door via gebaren. Als ze het leuk vinden om elkaar weer te ontmoeten, klapperen ze heftig met hun oren bijvoorbeeld. Als een olifant zijn oren ver uit elkaar houdt, wil hij de ander angst aanjagen. Zijn kop lijkt dan wel drie keer zo groot. De slurf recht omhoog, wil zeggen: alarm. En de slurf losjes over een slagtand wil zeggen: ik ben een vriend, ik doe geen kwaad.


Kenmerken:
Kruin: op zijn voorhoofd twee bulten (uitgroeisels van de schedel)
Oor: kleinere oren dan de Afrikaanse olifant (maar groter dan jij). Zijn oor is vanaf de zijkant gezien een stuk kleiner dan de kop; de vorm lijkt een beetje op India (driehoekig)
Slagtand: Alleen mannetjes hebben slagtanden (en niet eens allemaal)
Slurf: Gladde slurf (als hij naar beneden hangt)
Slurfpunt: Eén 'vinger', kan daar overigens ook prima kleine voorwerpen mee pakken
Kies met rechte ribbels (als ribbelkarton)
Rug: Bolle rug. Komt door uitsteeksels op de middelste rugwervels
Hoe jonger, hoe hariger


De oli-handel
Van de tanden kun je mooie dingen maken. Dat wisten de oermensen al. Meer dan 27000 jaar geleden sneden ze beeldjes uit ivoor van mammoeten. Ook de oorspronkelijke bewoners van Afrika doodden zo nu en dan een olifant om zijn tanden. Voor hun koningen maakten ze daar dan prachtige siervoorwerpen van.


Arena
De Romeinen gebruikte olifanten voor gevechten in de arena. Soldaten moesten op leven en dood vechten tegen wilde beesten als leeuw en olifant. Soms als de olifanten in paniek raakten, maakten ze meer slachtoffers onder het publiek dan in het strijdperk.


Circus
Al snel kregen de Romeinen door dat je olifanten ook allerlei kunstjes kunt leren. Zo werd de vechtolifant langzamerhand de kunstjesolifant, zoals wij hem kennen uit het circus. Omdat een olifant zo'n goed geheugen heeft, is hij erg geschikt om in het circus op te treden. Want wat hij eenmaal geleerd heeft, vergeet hij niet meer. Bovendien kunnen ze behoorlijk oud worden. Je kunt dus lang plezier van hem hebben, als je een olifant kunstjes leert. Een circusolifant krijgt een opleiding van ongeveer een jaar. Hij kan op den duur 30 kunstjes leren zoals aan tafel zitten met een slabbetje om, opzitten met twee poten in de lucht, op de kop staan of over een evenwichtbalk lopen. Maar, het is natuurlijk van de gekke, een olifant die kunstjes doet in een circus. Zij horen in het wild, want daar voelen ze zich thuis. Het is een fabeltje dat olifanten elkaars staart met hun slurf vasthouden als ze lopen. Dat doen ze wel in het circus, maar dat kunstje hebben ze geleerd

koala

de Koalas leven in zuid Australie





De koala brengt vrijwel al zijn tijd hoog in eucalyptusbomen door. De buidelbeer is wettelijk beschermd, maar toch wordt hij ernstig bedreigd, omdat zijn leefgebied steeds kleiner wordt door jaarlijkse bosbranden.
Een koala ziet er weliswaar als een kleine knuffelbeer uit, maar het blijft toch een buideldier dat met zijn klauwen uitstekend geschikt is voor het klimmen in bomen. Op de grond beweegt hij zich onhandig met zijn korte, stevige poten.
LeefomgevingDe koala leeft bijna uitsluitend in de bovenste takken van de eucalyptusboom, die ook zijn belangrijkste voedsel is. Hij omvat met zijn krachtige poten de stam en boort zijn scherpe nagels in de boombast. Koala's zijn nachtdieren en brengen de dag meestal slapend door op een tak. 's Nachts klauteren zij naar de hoogste takken om daar bepaalde bladeren te eten (jong blad bevat te veel blauwzuur).VoortplantingKoala's paren tussen december en maart. 35 Dagen later komt er een piepklein jong ter wereld dat slechts 0,3 gram weegt en blind en naakt is. Instinctief baant het diertje een weg door de vacht van de moeder om haar buidel te bereiken die, anders dan bij de meeste andere buideldieren, de opening naar achteren heeft. In de buidel zuigt het koalajong zich vast aan een tepel. Dankzij de moedermelk groeit hij de eerste zes maanden in de buidel verder.De laatste maand krijgt hij half verteerd voedsel uit de darm van de moeder.
Een jong verlaat voor het eerst de buidel als hij zes maanden oud is, en klimt op de rug van zijn moeder, waar hij zich stevig vastgrijpt. Drie maanden later is hij volgroeid en kan zijn eigen voedsel zoeken. Jonge koala's blijven tot de volgende paartijd bij hun moeder.
Voedsel en voedingswijzeIn de loop van de evolutie heeft de koala nuttige wangzakken gekregen waarin hij voedsel opslaat. Zijn spijsverteringssysteem is van dien aard dat hij uitsluitend van eucalyptusbladeren kan leven. Een koala eet slechts van 20 van de 300 in Australië voorkomende eucalyptussoorten, en dan alleen bepaalde blaadjes.
Koala's eten zulke grote hoeveelheden - gemiddeld 500 gram tot een 1 kilo per dag -dat hun voedselbron snel uitgeput raakt. Er moeten dan speciale maatregelen genomen worden om de dieren te verplaatsen naar gebieden waar meer voedsel is. Het probleem bij het houden van koala's in reservaten of in gevangenschap buiten Australië is dan ook om de diertjes van voldoende blad van de juiste eucalyptus-soorten te voorzien.De koala en de mensEen eeuw geleden kwam de koala overal in Australie voor, vooral in Victoria en New South Wales. De kolonisatie van deze streken heeft geleid tot een dramatische afname van de koalapopulatie.Door ontginning van grote stukken land, waarvoor veel bos wordt verbrand, worden de koala's van het grootste deel van hun territorium beroofd. Bovendien lieten ook ontelbare dieren het leven voor de pelshandel. In 1924 werden meer dan 2 miljoen vachten geëxporteerd. Afslachting in dergelijke aantallen heeft bijna tot het uitsterven van de hele soort geleid.
Korte feitjes:· De koala drinkt nooit, maar haalt al het vocht dat hij nodig heeft uit eucalyptusbladeren. Koala betekent in de taal van de Aboriginals dan ook 'geen water'.· De paring vindt 's nachts hoog in de bomen plaats en gaat vergezeld van luide kreten, blaffen en grommen.· Een koala ruikt sterk naar muskus en eucalyptus. Men denkt dat deze geuren ervoor zorgen dat vlooien en andere plaaggeesten wegblijven.· De koala is een uitstekende zwemmer.· Het is een wonderlijke speling van het lot dat veel koala's uitgerekend in reservaten sterven; ze worden overreden door de auto's van bezoekers.· Een pasgeboren koala is niet groter dan een boon, en weegt 0,3 gram. Zijn achterpoten zijn nog nauwelijks ontwikkeld, maar zijn voorpoten en klauwtjes wel.· Om in de buidel te komen, volgt het diertje een speekselspoor dat zijn moeder voor hem op haar buik gelikt heeft.
DE KLAUTERKUNSTEN VAN DE KOALADe koala omklemt met zijn voorpoten een taken trekt zijn achterpoten steeds met kleine sprongen bij.
Duim en tweede vinger (beide opponeerbaar) staan tegenover de andere vingers.Aan de achterpoten hebben koala's een spreidbare 'grote teen' waarmee ze een tak kunnen omvatten.
- - -
AFMETINGENGrootte: 60-80 cm Gewicht: mannetje tot 11 kg, vrouwtje 8 kg. In noordelijke deel van zijn verspreidingsgebied kleiner VOORTPLANTINGGeslachtsrijp: mannetje met 3-4 jaar, vrouwtje met 2-3 jaar Paartijd: van december tot maart (de zomer op het zuidelijk halfrond) Draagtijd: 25-35 dagen Aantal jongen: 1 LEEFWIJZEGedrag: behalve in de paartijd solitaire boombewoners Geluid: rauwe, lelijke roep, die op het zagen van hout lijkt Voedsel: eucalyptusbladeren Levensverwachting: 15-20 jaar VERWANTE SOORTENBehoort tot de familie der Phalangeridae, bijv. boomkangoeroe, koeskoes en buideleekhoorn.


Verspreidingsgebied van de koala VERSPREIDINGIn het kustgebied van Queensland, delen van Zuid-Australie, maar voornamelijk in New South Wales en Victoria. SOORTBESCHERMINGTegenwoordig is de koala een beschermde diersoort. Er bestaan grote reservaten in Victoria en Queensland. Het dier is in Zuid-Australie opnieuw ingevoerd nadat het daar volledig uitgeroeid was.

jaguar


de jaguar leeft in zuid Amerika






De jaguar is de grootste wilde kat van Amerika. Door de intensieve jacht die er wegens zijn bijzondere vacht op deze grote kat gemaakt werd, treft men hem nog maar zelden in het wild aan.






De leefomgeving van een jaguar kan heel verschillend zijn, varierend van het dichtbegroeide oerwoud tot dicht struikgewas, hoog grasland en kustwouden. Ook op meer open terrein is hij wel te vinden, mits hij genoeg dekking heeft van gras en rotsblokken tijdens het jagen.



LeefwijzeVolwassen jaguars zijn solitaire dieren, die alleen in de bronsttijd als paartjes leven. De jongen blijven hun eerste levensjaren bij hun moeder voordat ze de familie verlaten om een eigen jachtgebied te zoeken



LeefwijzeVolwassen jaguars zijn solitaire dieren, die alleen in de bronsttijd als paartjes leven. De jongen blijven hun eerste levensjaren bij hun moeder voordat ze de familie verlaten om een eigen jachtgebied te zoeken




Voedsel en jachtJaguars zijn weliswaar goede klimmers, maar ze jagen toch het liefst op de grond en bij voorkeur 's nachts. Maar ze klimmen wel in bomen om vandaar hun buit te beloeren. De jaguar is ook een snelle sprinter en snel moe. Het succes van zijn jacht hangt er dan ook vooral vanaf of de jaguar zijn prooi goed kan bespieden en ongezien dichtbij kan komen.Zijn hoofdvoedsel bestaat uit dieren die hij in het bos vindt en die in grootte varieren van een muis tot een hert. Als goede zwemmer vangt hij ook kikkers, vissen, schildpadden en kleine alligators.De jaguar is een goede visser. Als hij vist, zit hij roerloos op een rotsblok of op een overhangende tak. Zodra hij een vis ziet, slaat hij hem met zijn poot uit het water op de oever.Als hij een prooi te pakken heeft, sleept hij hem naar een schuilplaats voordat hij begint te eten.


VoortplantingOver het familieleven van de in het wild levende jaguar is maar weinig bekend. Jarenlang werd hij vanwege zijn pels intensief bejaagd. In de jaren '60 werden er in het Braziliaanse deel van het Amazone-oerwoud jaarlijks meer dan 1000 dieren gedood. De jagers werden daardoor experts in het vinden en doden van de jaguars, maar aan de leefwijze van deze katten schonken ze weinig aandacht. Biologen proberen daarom nu de jaguars die in het wild leven te observeren, juist omdat er nog maar zo weinig zijn. De meeste informatie komt uit dierentuinen, waar jaguars zich met succes voortplanten.